terug naar overzicht Feesten


Het volkslied van Åland

Åland is een autonome Zweedssprekende eilandengroep van Finland.

De tekst is van John Grandell. De muziek is van Johan Fridolf Hagfors. Het geldt als volkslied sinds 1922.

Ålänningens sång

Lied van de Ålander

Landet med tusende öar och skär,
danat ur havsvågors sköte.
Åland, vårt Åland, vår hembygd det är.
Dig går vår längtan till möte!

Forngravars kummel i hängbjörkars skygd
tälja din tusenårs saga.
Aldrig förgäta vi fädernas bygd,
vart vi i fjärrled än draga
vart vi i fjärrled än draga

Skönt är vårt Åland när fjärdar och sund
blåna i vårljusa dagar,
ljuvt är att vandra i skog och i lund,
i strändernas blommande hagar.

Midsommarstången mot aftonröd sky
reses av villiga händer,
ytterst i utskärens fiskareby
ungdomen vårdkasar tänder
ungdomen vårdkasar tänder

Skönt är vårt Åland när vågsvallet yr
högt mot de mäktiga stupen,
när under stjärnhimlen kyrkfolket styr,
över de islagda djupen.

Ryter än stormen, i stugornas ro
spinnrocken sjunger sin visa,
minnet av barndomens hägnande bo
sönerna lyckligast prisa
sönerna lyckligast prisa.

Aldrig har åländska kvinnor och män
svikit sin stam och dess ära;
ofärd oss hotat, men segervisst än
frihetens arvsrätt vi bära.

Högt skall det klinga, vårt svenska språk,
tala med manande stämma,
lysa vår väg som en flammande båk,
visa var vi äro hemma
visa var vi äro hemma.

Het land van duizend eilanden en scheren,
Geboren vanuit diep onder de golven.
Åland, ons Åland, dat is ons thuis,
Naar jou gaat ons verlangen uit!

Eeuwenoude graven onder de berken
Vertellen over onze duizendjarige geschiedenis.
We zullen het land van onze (voor)vaders nooit vergeten,
Waarheen we ook gaan
Waarheen we ook gaan

Aangenaam is ons Åland wanneer baaien en zeestraten
blauw worden in de heldere lentedagen,
Het is heerlijk te wandelen in bos en bosschage,
In de bebloemde velden van onze kusten.

De meiboom naar de rode avondzon
Wordt opgeheven door gewillige handen,
Het verste in het vissersdorp aan de scherenkust
De bakens worden aangestoken door de jongelui
De bakens worden aangestoken door de jongelui

Aangenaam is ons Åland wanneer het schuim van de golven
Draait tegen de machtige klif,
Onder de sterrenhemel worden de kerkgangers geleid,
Over de ijzige diepten van de zee.

Zelfs als de storm brult is het vredig in de huisjes
Het lied over het spinnenwiel wordt gezongen,
De herinnering aan de liefdevolle kinderjaren wordt
Gelukkig geprezen door de zoons
Gelukkig geprezen door de zoons.

Nooit hebben de Ålandse mannen en vrouwen
de eer van hun stam te schande gemaakt,
Oorlogen bedreigden ons, maar nu overwinnend
Dragen wij de erfenis van vrijheid.

Luid zal het klinken, onze Zweedse taal,
Gesproken met een aanmoedigende stem,
Verlicht onze weg als een teken van vlammen op zee,
Laat ons zien waar wij horen
Laat ons zien waar wij horen.